Zorgplan - Client in zorg zonder actief zorgplan (R45250)

Uit normenkaderzorg.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Valuecare logo 2024.png

Referentienummer: R45250
Behoort tot Normenkader ValueCare

Gehandicaptenzorg en Verpleging, Verzorging en Thuiszorg - Zorgplan

Samenvatting

Wanneer er zorg aan een cliënt wordt geleverd dient er voor deze cliënt ook een zorgplan aanwezig te zijn. Hierin staat beschreven welke zorg geleverd wordt. Wanneer er aanpassingen in de zorgverlening zijn (structureel meer/minder zorg), moet dit ook in het zorgplan aangegeven worden. Zonder plan is de zorg niet rechtmatig. Deze controle signaleert cliënten aan wie zorg wordt geleverd, maar waarvoor geen zorgplan aanwezig is.

Regelgeving / beleid
2020
Wet langdurige zorg

Zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen. 2020: Wet langdurige zorg, art. 1.1.1


De zorgaanbieder legt binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, onderscheidenlijk een evaluatie en actualisatie, de uitkomsten van de in artikel 8.1.1 bedoelde bespreking vast in een zorgplan en verstrekt terstond een afschrift van het zorgplan aan de verzekerde of aan een vertegenwoordiger.

2020: Wet langdurige zorg, art. 8.1.3 lid 1


De hulpverlener richt een dossier in met betrekking tot de behandeling van de patiënt. Hij houdt in het dossier aantekening van de gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt en de te diens aanzien uitgevoerde verrichtingen en neemt andere stukken, bevattende zodanige gegevens, daarin op, een en ander voor zover dit voor een goede hulpverlening aan hem noodzakelijk is.

2020: Burgerlijk Wetboek over de geneeskunde behandelingsovereenkomst, art. 454 lid 1


Jeugdwet

Familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

Hulpverleningsplan: plan betreffende de verlening van jeugdhulp als bedoeld in artikel 4.1.3 en hoofdstuk 6;

2020: Jeugdwet art. 1.1


Bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat het gezag van de ouders is beëindigd. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hiervan afzien. Hulpverleningsplan

  1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
  2. Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan waarover is overlegd met de jeugdige en de ouders en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
  3. Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
  4. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
  5. Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
  6. Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.

2020: Jeugdwet art. 4.1.2. & art. 4.1.3


Wet maatschappelijke ondersteuning


Zorgverzekeringswet
Het kan voorkomen dat in urgente situaties geen uitgewerkt zorgplan wordt opgesteld, bijvoorbeeld bij urgent palliatief terminale zorg; in dat geval wordt er ‘hands-on’ zorg verleend conform het zorgpad in de stervensfase en vindt dossiervorming plaats in de voortgangsrapportage.

2020: Handreiking registratiestandaard wijkverpleging, p. 8

Interpretaties

De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:

  1. De termijn waarbinnen een zorgplan opgesteld moet zijn verschilt per financieringsstroom. In de controle nemen we alle patiënten in zorg mee, ongeacht hoe lang ze in zorg zijn en ongeacht urgentie.
  2. Een correct zorgplan houdt in dat het af is en dat het een zorgplan is dat op dit moment actueel is. Deze status kan per klant ingesteld worden met een procesparameter.
  3. Instellingen hanteren verschillende namen voor het zorgplan, de volgende namen kunnen voorkomen; ondersteuningsplan, zorgleefplan, revalidatieplan, verpleegplan, persoonlijk ontwikkelingsplan, individueel plan, behandelplan, zorgplan.
Programmeerbare norm

Er is sprake van “Zorgplan - Client in zorg zonder actief zorgplan (R45250)” als aan de volgende selectie is voldaan:

1) Alle cliënten in de zorg

Blauwepijl.png

2) Er is geen 'correct' zorgplan aanwezig

Logica: 1 en 2


Valuecare logo 2024.png