Zorgplan - Client in zorg zonder actief zorgplan (R45250)

Uit normenkaderzorg.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Referentienummer: R45250
Behoort tot Normenkader ValueCare

GHZ-VVT Rechtmatigheid

  1. GHZ-VVT Rechtmatigheid 2023 - Zorglevering

GHZ-VVT Productieverantwoording

  1. GHZ-VVT Productieverantwoording 2023 - Zorglevering
  2. GHZ-VVT Productieverantwoording 2022 - Zorgplan
  3. GHZ-VVT Productieverantwoording 2021 - Zorgplan
  4. GHZ-VVT Productieverantwoording 2020 - Zorgplan
Samenvatting

Wanneer er zorg aan een cliënt wordt geleverd dient er voor deze cliënt ook een zorgplan aanwezig te zijn. Hierin staat beschreven welke zorg geleverd wordt. Wanneer er aanpassingen in de zorgverlening zijn (structureel meer/minder zorg), moet dit ook in het zorgplan aangegeven worden. Zonder plan is de zorg niet rechtmatig. Deze controle signaleert cliënten aan wie zorg wordt geleverd, maar waarvoor geen zorgplan aanwezig is.

Risico

Er is geen zorgplan aanwezig.

Regelgeving / beleid
2020
Algemeen

U gebruikt een zorgplan:

  • als u zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) krijgt. In dit geval is een zorgplan verplicht.
  • als u een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt. Soms vraagt uw zorgkantoor om een zorgplan voor uw pgb.
  • als u zorg krijgt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

2020: Rijksoverheid, regelhulp


Wet langdurige zorg

Zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen.

2020: Wet langdurige zorg, art. 1.1.1

De zorgaanbieder legt binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, onderscheidenlijk een evaluatie en actualisatie, de uitkomsten van de in artikel 8.1.1 bedoelde bespreking vast in een zorgplan en verstrekt terstond een afschrift van het zorgplan aan de verzekerde of aan een vertegenwoordiger.

2020: Wet langdurige zorg, art. 8.1.3 lid 1


Jeugdwet

Familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

Hulpverleningsplan: plan betreffende de verlening van jeugdhulp als bedoeld in artikel 4.1.3 en hoofdstuk 6;

2020: Jeugdwet art. 1.1

Bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat het gezag van de ouders is beëindigd. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hiervan afzien. Hulpverleningsplan:

  1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
  2. Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan waarover is overlegd met de jeugdige en de ouders en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
  3. Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
  4. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
  5. Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
  6. Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.

2020: Jeugdwet art. 4.1.2. & art. 4.1.3


Zorgverzekeringswet

Deze beleidsregel is van toepassing op verpleging en verzorging waarop aanspraak bestaat op grond van de Zorgverzekeringswet.

2020: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, art. 3

De geleverde zorg moet navolgbaar zijn. Het verpleegkundig proces, het methodisch werken (anamnese, diagnose, planning, uitvoering en evaluatie) en de bijbehorende verslaglegging moet goed verankerd zijn binnen de organisatie. Dit betekent dat de geleverde zorg die valt onder directe contacttijd dan wel verplaatste directe contacttijd navolgbaar verantwoord wordt in het zorgplan, de planning en/of de voortgangsrapportage.

2020: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, art. 4 lid 4

Een uur directe zorgverlening is de directe contacttijd in uren tussen zorgaanbieder en patiënt in de thuissituatie/werksituatie, verplaatste directe contacttijd in uren, alsmede de tijd besteed in het kader van indicatiestelling. Voorbeelden van activiteiten die onder directe zorgverlening vallen zijn: - de indicatiestelling (inclusief het opstellen en aanpassen van het zorgplan); - bijwerken voortgangsrapportage.

2020: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, Toelichting artikelsgewijs, art. 1


Het kan voorkomen dat in urgente situaties geen uitgewerkt zorgplan wordt opgesteld, bijvoorbeeld bij urgent palliatief terminale zorg; in dat geval wordt er ‘hands-on’ zorg verleend conform het zorgpad in de stervensfase en vindt dossiervorming plaats in de voortgangsrapportage.

2020: Handreiking registratiestandaard wijkverpleging, p. 8

2021
Algemeen

U gebruikt een zorgplan:

  • als u zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) krijgt. In dit geval is een zorgplan verplicht.
  • als u een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt. Soms vraagt uw zorgkantoor om een zorgplan voor uw pgb.
  • als u zorg krijgt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

2021: Rijksoverheid, regelhulp


Wet langdurige zorg

Zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen;

2021: Wet langdurige zorg, art. 1.1.1

De zorgaanbieder legt binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, onderscheidenlijk een evaluatie en actualisatie, de uitkomsten van de in artikel 8.1.1 bedoelde bespreking vast in een zorgplan en verstrekt terstond een afschrift van het zorgplan aan de verzekerde of aan een vertegenwoordiger.

2021: Wet langdurige zorg, art. 8.1.3 lid 1


Jeugdwet

Familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

Hulpverleningsplan: plan betreffende de verlening van jeugdhulp als bedoeld in artikel 4.1.3 en hoofdstuk 6;

2021: Jeugdwet art. 1.1

Bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat het gezag van de ouders is beëindigd. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hiervan afzien. Hulpverleningsplan:

  1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
  2. Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan waarover is overlegd met de jeugdige en de ouders en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
  3. Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
  4. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
  5. Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
  6. Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.

2021: Jeugdwet art. 4.1.2. & art. 4.1.3


Zorgverzekeringswet

Deze beleidsregel is van toepassing op verpleging en verzorging waarop aanspraak bestaat op grond van de Zorgverzekeringswet.

2021: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, art. 3

De geleverde zorg moet navolgbaar zijn. Het verpleegkundig proces, het methodisch werken (anamnese, diagnose, planning, uitvoering en evaluatie) en de bijbehorende verslaglegging moet goed verankerd zijn binnen de organisatie. Dit betekent dat de geleverde zorg die valt onder directe contacttijd dan wel verplaatste directe contacttijd navolgbaar verantwoord wordt in het zorgplan, de planning en/of de voortgangsrapportage.

2021: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, art. 4 lid 4

Een uur directe zorgverlening is de directe contacttijd in uren tussen zorgaanbieder en patiënt in de thuissituatie/werksituatie, verplaatste directe contacttijd in uren, alsmede de tijd besteed in het kader van indicatiestelling. Voorbeelden van activiteiten die onder directe zorgverlening vallen zijn: - de indicatiestelling (inclusief het opstellen en aanpassen van het zorgplan); - bijwerken voortgangsrapportage.

2021: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, Toelichting artikelsgewijs, art. 1


Het kan voorkomen dat in urgente situaties geen uitgewerkt zorgplan wordt opgesteld, bijvoorbeeld bij urgent palliatief terminale zorg; in dat geval wordt er ‘hands-on’ zorg verleend conform het zorgpad in de stervensfase en vindt dossiervorming plaats in de voortgangsrapportage.

2021: Handreiking registratiestandaard wijkverpleging, p. 8

2022
Algemeen

U gebruikt een zorgplan:

  • als u zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) krijgt. In dit geval is een zorgplan verplicht.
  • als u een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt. Soms vraagt uw zorgkantoor om een zorgplan voor uw pgb.
  • als u zorg krijgt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

2022: Rijksoverheid, regelhulp


Wet langdurige zorg
zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen;

2022: Wet langdurige zorg, art. 1.1.1

De zorgaanbieder legt binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, onderscheidenlijk een evaluatie en actualisatie, de uitkomsten van de in artikel 8.1.1 bedoelde bespreking vast in een zorgplan en verstrekt terstond een afschrift van het zorgplan aan de verzekerde of aan een vertegenwoordiger.

2022: Wet langdurige zorg, art. 8.1.3 lid 1


Jeugdwet
Familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

2022: Jeugdwet, art. 1.1

Bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat het gezag van de ouders is beëindigd. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hiervan afzien.

  1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
  2. Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan waarover is overlegd met de jeugdige en de ouders en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
  3. Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
  4. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
  5. Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
  6. Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.

2022: Jeugdwet, art. 4.1.2 en 4.1.3


Zorgverzekeringswet

Deze beleidsregel is van toepassing op verpleging en verzorging waarop aanspraak bestaat op grond van de Zorgverzekeringswet.

2022: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, art. 3

De geleverde zorg moet navolgbaar zijn. Het verpleegkundig proces, het methodisch werken (anamnese, diagnose, planning, uitvoering en evaluatie) en de bijbehorende verslaglegging moet goed verankerd zijn binnen de organisatie. Dit betekent dat de geleverde zorg die valt onder directe contacttijd dan wel verplaatste directe contacttijd navolgbaar verantwoord wordt in het zorgplan, de planning en/of de voortgangsrapportage.

2022: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, art. 4 lid 4

Een uur directe zorgverlening is de directe contacttijd in uren tussen zorgaanbieder en patiënt in de thuissituatie/werksituatie, verplaatste directe contacttijd in uren, alsmede de tijd besteed in het kader van indicatiestelling. Voorbeelden van activiteiten die onder directe zorgverlening vallen zijn: - de indicatiestelling (inclusief het opstellen en aanpassen van het zorgplan); - bijwerken voortgangsrapportage.

2022: Regeling verpleging en verzorging - NR/REG-2002, Toelichting artikelsgewijs, art. 1
Het kan voorkomen dat in urgente situaties geen uitgewerkt zorgplan wordt opgesteld, bijvoorbeeld bij urgent palliatief terminale zorg; in dat geval wordt er ‘hands-on’ zorg verleend conform het zorgpad in de stervensfase en vindt dossiervorming plaats in de voortgangsrapportage.

2022: Handreiking registratiestandaard wijkverpleging, p. 8

2023
Algemeen

U gebruikt een zorgplan:

  • als u zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) krijgt. In dit geval is een zorgplan verplicht.
  • als u een persoonsgebonden budget (pgb) krijgt. Soms vraagt uw zorgkantoor om een zorgplan voor uw pgb.
  • als u zorg krijgt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

2023: Zorgplan


Wet langdurige zorg
Zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen.

2023: Wet langdurige zorg, art. 1.1.1

De verzekerde aan wie een zorgaanbieder zorg verleent, anders dan op grond van artikel 3.3.3, heeft er recht op dat de zorgaanbieder vóór, dan wel zo spoedig mogelijk na de aanvang van de zorgverlening een bespreking met hem organiseert teneinde afspraken te maken over:

  • De doelen die met betrekking tot de zorgverlening voor een bepaalde periode worden gesteld, en de wijze waarop de zorgaanbieder en de verzekerde de gestelde doelen trachten te bereiken;
  • De zorgverleners die voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk zijn, de wijze waarop afstemming tussen die zorgverleners plaatsvindt, en wie de verzekerde op die afstemming kan aanspreken;
  • De wijze waarop de verzekerde zijn leven wenst in te richten en de ondersteuning die de verzekerde daarbij van de zorgaanbieder zal ontvangen;
  • De frequentie waarmee en de omstandigheden waaronder een en ander met de verzekerde zal worden geëvalueerd en geactualiseerd.

De zorgaanbieder legt binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, onderscheidenlijk een evaluatie en actualisatie, de uitkomsten van de in artikel 8.1.1 bedoelde bespreking vast in een zorgplan en verstrekt terstond een afschrift van het zorgplan aan de verzekerde of aan een vertegenwoordiger.

2023: Wet langdurige zorg, art. 8.1.1 en 8.1.3 lid 1


Jeugdwet
familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

2023: Jeugdwet, art. 1.1

Bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat het gezag van de ouders is beëindigd. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hiervan afzien.

  1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
  2. Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan waarover is overlegd met de jeugdige en de ouders en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
  3. Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
  4. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
  5. Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
  6. Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.

2023: Jeugdwet, art. 4.1.2 en 4.1.3


Zorgverzekeringswet

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die verpleging en verzorging leveren als omschreven in artikel 1 van deze regeling en de prestatiebeschrijvingen genoemd in de Beleidsregel verpleging en verzorging en de Beleidsregel experiment cliëntprofielen verpleging en verzorging declareren.

2023: NR/REG-2205b, art. 3

De geleverde zorg moet navolgbaar zijn. Het verpleegkundig proces, het methodisch werken (anamnese, diagnose, planning, uitvoering en evaluatie) en de bijbehorende verslaglegging moet goed verankerd zijn binnen de organisatie. Dit betekent dat de geleverde zorg die valt onder directe contacttijd dan wel verplaatste directe contacttijd navolgbaar verantwoord wordt in het zorgplan, de planning en/of de voortgangsrapportage.

2023: NR/REG-2205b, art. 4 lid 4

een uur directe zorgverlening is de directe contacttijd in uren tussen zorgaanbieder en cliënt in de thuissituatie/werksituatie, de verplaatste directe contacttijd in uren, alsmede de tijd besteed in het kader van indicatiestelling.

2023: Toelichting artikelsgewijs, art. 1
Het kan voorkomen dat in urgente situaties geen uitgewerkt zorgplan wordt opgesteld, bijvoorbeeld bij urgent palliatief terminale zorg; in dat geval wordt er ‘hands-on’ zorg verleend conform het zorgpad in de stervensfase en vindt dossiervorming plaats in de voortgangsrapportage.

2023: Handreiking registratiestandaard wijkverpleging, p. 8

2024
Wet langdurige zorg

Zorgplan: schriftelijk of elektronisch als zodanig vastgelegde uitkomsten van hetgeen met de verzekerde dan wel een vertegenwoordiger van de verzekerde is besproken met betrekking tot de in artikel 8.1.1 genoemde onderwerpen.

2024: Wet langdurige zorg, art. 1.1.1

De verzekerde aan wie een zorgaanbieder zorg verleent, anders dan op grond van artikel 3.3.3, heeft er recht op dat de zorgaanbieder vóór, dan wel zo spoedig mogelijk na de aanvang van de zorgverlening een bespreking met hem organiseert teneinde afspraken te maken over:

  • De doelen die met betrekking tot de zorgverlening voor een bepaalde periode worden gesteld, en de wijze waarop de zorgaanbieder en de verzekerde de gestelde doelen trachten te bereiken;
  • De zorgverleners die voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk zijn, de wijze waarop afstemming tussen die zorgverleners plaatsvindt, en wie de verzekerde op die afstemming kan aanspreken;
  • De wijze waarop de verzekerde zijn leven wenst in te richten en de ondersteuning die de verzekerde daarbij van de zorgaanbieder zal ontvangen;
  • De frequentie waarmee en de omstandigheden waaronder een en ander met de verzekerde zal worden geëvalueerd en geactualiseerd.

De zorgaanbieder legt binnen zes weken na aanvang van de zorgverlening, onderscheidenlijk een evaluatie en actualisatie, de uitkomsten van de in artikel 8.1.1 bedoelde bespreking vast in een zorgplan en verstrekt terstond een afschrift van het zorgplan aan de verzekerde of aan een vertegenwoordiger.

2024: Wet langdurige zorg, art. 8.1.1 en 8.1.3 lid 1


Jeugdwet
familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren;

2024: Jeugdwet, art. 1.1

Bij het uitvoeren van artikel 4.1.1 en indien sprake is van vroege signalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen biedt de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling als eerste de mogelijkheid om, binnen een redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Het voorgaande is niet van toepassing op de gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert of die de voogdij uitoefent in het geval dat het gezag van de ouders is beëindigd. Slechts indien de ouders aan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling te kennen hebben gegeven dat zij geen gebruik wensen te maken van de in de eerste zin bedoelde mogelijkheid, concrete bedreigingen in de ontwikkeling van het kind hiertoe aanleiding geven of de belangen van het kind anderszins geschaad worden, kan de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling hiervan afzien.

  1. In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder plan: hulpverleningsplan of plan van aanpak.
  2. Indien afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan omvat het uitvoeren van artikel 4.1.1 het werken op basis van een plan dat zoveel mogelijk in samenspraak met de jeugdige en de ouders is opgesteld en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.
  3. Indien sprake is van pleegzorg vindt over het plan tevens overleg met de betrokken pleegouder plaats.
  4. Tenzij het de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp betreft, kan het plan mondeling overeen worden gekomen met de jeugdige en de ouders. Indien de jeugdige, een van de ouders of de jeugdhulpaanbieder dat wenst, wordt het plan binnen veertien dagen op schrift gesteld.
  5. Het plan wordt vastgesteld uiterlijk binnen zes weken nadat is komen vast te staan dat afgezien wordt van het opstellen van een familiegroepsplan.
  6. Indien het plan betrekking heeft op pleegzorg, behoeft het plan de instemming van de pleegouder, voor zover het betreft de omschrijving daarin van zijn rol in het hulpverleningsproces en van de wijze waarop de begeleiding door de pleegzorgaanbieder plaatsvindt.

2024: Jeugdwet, art. 4.1.2 en 4.1.3


Zorgverzekeringswet

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die verpleging en verzorging leveren als omschreven in artikel 1 van deze regeling en de prestatiebeschrijvingen genoemd in de Beleidsregel verpleging en verzorging en de Beleidsregel experiment cliëntprofielen verpleging en verzorging declareren.

2024: NR/REG-2407, art. 3

De geleverde zorg moet, als gevolg van het hiervoor genoemde audit-trail, navolgbaar zijn. Het verpleegkundig proces, het methodisch werken (anamnese, diagnose, planning, uitvoering en evaluatie) en de bijbehorende verslaglegging moet goed verankerd zijn binnen de organisatie. Dit betekent dat de geleverde zorg die valt onder directe contacttijd dan wel verplaatste directe contacttijd navolgbaar verantwoord wordt in het zorgplan, de planning en/of de voortgangsrapportage.

2024: NR/REG-2407, art. 4 lid 4

Het kan voorkomen dat in urgente situaties geen uitgewerkt zorgplan wordt opgesteld, bijvoorbeeld bij urgent palliatief terminale zorg; in dat geval wordt er ‘hands-on’ zorg verleend conform het zorgpad in de stervensfase en vindt dossiervorming plaats in de voortgangsrapportage.

2024: Handreiking registratiestandaard wijkverpleging, p. 8


Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Bij verstrekking in natura van hulp bij het huishouden, individuele begeleiding, groepsbegeleiding, kortdurend verblijf en verschillende vormen van beschermd wonen maakt de aanbieder samen met de inwoner een ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan zijn minimaal de volgende zaken opgenomen: de resultaatafspraken, waar de ondersteuning op is gericht, de gemiddelde omvang in minuten, uren, dagdelen, dagen of etmalen. En de frequentie van de activiteiten. Dit ondersteuningsplan is de verdere motivering van het besluit op de aanvraag.

2024: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning ’s-Hertogenbosch 2024, hfst. 2 art. 2.c

Interpretaties

De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:

  1. De termijn waarbinnen een zorgplan opgesteld moet zijn verschilt per financieringsstroom. In de controle nemen we alle cliënten in zorg mee, ongeacht hoe lang ze in zorg zijn en ongeacht urgentie.
  2. Binnen de WMO kan het beleid met betrekking tot verplicht opstellen van een zorgplan per gemeente verschillen. In de controle nemen we alle cliënten in zorg mee, ongeacht financieringsstroom en financier.
  3. Instellingen hanteren verschillende namen voor het zorgplan, de volgende namen kunnen voorkomen; ondersteuningsplan, zorgleefplan, revalidatieplan, verpleegplan, persoonlijk ontwikkelingsplan, individueel plan, behandelplan, zorgplan.
  4. Een zorgplan wordt enkel als actief gezien tussen de begin- en einddatum van het zorgplan, en als het zorgplan de juiste status heeft.
Instelbaar

De volgende zaken zijn instelbaar:

  1. Wat de juiste status voor het zorgplan is. Dit kan bijvoorbeeld actief, definitief of aanpasbaar zijn.
Programmeerbare norm

Er is sprake van “Zorgplan - Client in zorg zonder actief zorgplan (R45250)” als aan de volgende selectie is voldaan:

1) Alle cliënten in zorg



2a) Status van het zorgplan is niet juist

2b) Zorgplan is niet geldig (aanleverdatum data ligt niet tussen begin en einddatum van het zorgplan)


Controlemassa data-analyse

Uitkomst data-analyse

Logica: 1 en (2a of 2b)

Berekening financiële impact

Zie GHZ-VVT Financiële impactbepaling - Sommatie waarde productie (client) op dagen zonder geldig zorgplan in de laatste zorgperiode