Onterecht een parallel subtraject geregistreerd met onvolledig zorgprofiel (N0525)

Uit normenkaderzorg.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

ValueCarelogo2022.png

Referentienummer: N0525
Behoort tot Normenkader ValueCare

Handboek DOT Controleregels 2017 - D.P.A.99.01 Parallelliteit Diagnose Combinatie tabel

Ziekenhuizen Handreiking

  1. Ziekenhuizen Handreiking 2016 - Onterecht zorgtraject/subtraject

Ziekenhuizen Rechtmatigheid

  1. Ziekenhuizen Rechtmatigheid 2016
Samenvatting

Een parallel traject dient een zorgprofiel te hebben met eigen zorgactiviteiten.

Regelgeving / beleid

Een parallel zorgtraject (met bij behorende subtrajecten ZT11 en ZT21) bij eenzelfde specialisme wordt alleen geregistreerd indien er vanuit het medisch dossier aantoonbaar sprake is van een andere zorgvraag dan waarvoor de patiënt al wordt behandeld en voor deze zorgvraag een separaat zorgtraject (diagnosestelling en behandeling) noodzakelijk is.


Het subtraject van het parallelle zorgtraject dient een zorgprofiel met eigen zorgactiviteiten te hebben, waarvan:

• Minimaal één zorgactiviteit uit de groep operatieve zorgactiviteiten; en/of

• Minimaal één zorgactiviteit uit zorgprofielklasse 1, 2 of 3; of

• Minimaal één zorgactiviteit uit één van de groepen chronische dialyse of chronische thuisbeademing; en/of

• Minimaal één zorgactiviteit uit de groep van verstrekking van oncologische medicatie per infuus of per injectie; en/of

• Minimaal één zorgactiviteit voor gespecialiseerde technieken voor fertiliteitsbehandelingen; en/of

• Minimaal één specifieke audiologie zorgactiviteit (range audiologie 190702-190781). Hierbij dient sprake te zijn van een nieuwe, separate zorgvraag en substantiële meerkosten; en/of

• Minimaal zorgactiviteit 039898.


Het specialisme cardiologie kent geen parallelliteit, behalve bij ICC, hartrevalidatie en begeleiding bij hart- en hartlongtransplantatie. Het specialisme klinische geriatrie kent ook geen parallelliteit, behalve bij ICC of klinische medebehandeling. Neonatologie binnen het specialisme kindergeneeskunde en het specialisme geriatrische revalidatiezorg kennen helemaal geen parallelliteit.

BR/CU-2147: art 3.bb

NR/CU-266: art 4.1, art 4.2, art 4.3, art 5.1, art 5.2, art 5a.1, art 5a.2, art 5a.4, art 5b.1, art 5b.2 en art 35.1.M,N,O

2017: NR/REG-1732, Artikel: 36.1m, n, o (verwijzer), 3bb, cc (poorter/poortfunctie), 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 5.1, 5.2, 5.3, 5a.1, 5a.2, 5a.3, 5a.4, 5a.5, 5a.6, 5a.7, 5a.8, 5b.1, 5b.2 (artikele15 (poorter en ICD-10), 16.1, 16.2, 16.3, 19.1b, 19.1c, 19.1d, 19.2, 19.3, 19.4, 19.7, 19.8, 19.9, 19.10, 19.11, 19.12, 19.13a, 19.13b, 19.16, 19.17, 33.4, 33.7, 33.8, 33.9, 33.10, 33.11, 33.12, 36 1m, 1n, 1o.

Interpretaties

De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:

1. Het subtraject van het parallelle zorgtraject heeft een zorgprofiel met eigen zorgactiviteiten, indien:

  • Minimaal één zorgactiviteit uit de groep operatieve zorgactiviteiten en/of,
  • Minimaal één zorgactiviteit uit zorgprofielklasse 1, 2 of 3 [zorgprofielklasse 1 staat voor een polikliniekbezoek/consult, zorgprofielklasse 2 staat voor een dagverpleging en zorgprofielklasse 3 staat voor een verpleegdag],
  • In uitzondering hierop geldt dat ook in de volgende situaties aan deze voorwaarde wordt voldaan:
    • Minimaal één zorgactiviteit uit één van de groepen chronische dialyse of chronische thuisbeademing en/of,
    • Minimaal één zorgactiviteit uit de groep van verstrekking van oncologische medicatie per infuus of per injectie en/of
    • Minimaal één zorgactiviteit voor gespecialiseerde technieken voor fertiliteitsbehandelingen
    • Minimaal één specifieke audiologie zorgactiviteit (range audiologie 190702-190781)
    • Minimaal één zorgactiviteit coördinatie bij hart- of longrevalidatie (ZA 039898)

2. Indien de parallelle subtrajecten beide een interventieradiologie gekoppeld hebben en geopend zijn voor 01-01-2016 worden ze niet meer gesignaleerd.

3. Indien medicinale oncologische behandeling (afluitregel 1.0000.1 of 1.0000.11 (oncologische behandeling)) en ter voorbereiding op een stamceltransplantatie plaatsvindt (afsluitregel 2.0000.1) wordt het parallelle subtraject (stamceltransplantatietraject met dezelfde diagnose) niet gesignaleerd.

4.Cardiologie: Mag nooit parallel behalve wanneer het een subtraject ICC, hartrevalidatie of begeleiding bij hart- en longtransplantatie betreft. Dit gaat om subtrajecten met de diagnose 821, 903, 904 en de zorgactiviteiten 039898, 039215, 039216, 190042, 193126, 193127, 193128, 193129, 193130, 193140 of 193141. ZT 13 wordt in deze data-analyse niet meegenomen.

5. Klinische geriatrie: Mag nooit parallel behalve wanneer het parallelle traject een ICC of klinische medebehandeling betreft. ZT 13 wordt in deze data-analyse niet meegenomen. Diagnose 351 ICC wordt mag als enige als parallel subtraject met klinische geriatrie geregistreerd worden.Voor klinische medebehandeling geen eigen diagnose wordt meegenomen als een parallel subtraject de zorgactiviteitcode voor medebehandeling 190017 bevat.

6. Neonatologie: Mag nooit parallel met een subtraject van kindergeneeskunde.

7. De volgende diagnosescodes zijn specifiek voor neonatologie en mogen niet parallel geregistreerd worden:

  • 505 Prematuriteit onder 28 weken
  • 515 Prematuriteit 28 tot 30 weken
  • 525 Prematuriteit 30 tot 32 weken
  • 530 Prematuriteit 32 tot 34 weken zonder sectio
  • 540 Prematuriteit 32 tot 34 weken met sectio
  • 550 Prematuriteit 34 tot 37 weken zonder sectio
  • 560 Prematuriteit 34 tot 37 weken met sectio
  • 570 A terme ouder dan 37 weken zonder sectio
  • 580 A terme ouder dan 37 weken met sectio

8. Vanwege onduidelijkheid bij parallelliteit of naar alle subtrajecten moet worden gekeken of alleen de subtrajecten van het laatst geopende zorgtraject hebben ziekenhuizen de volgende keuze. Instellingen kunnen alle parallelle subtrajecten beoordelen. Echter, indien zij na overleg met de eerste reviewer naar subtrajecten van het laatst geopende zorgtraject kijken, kan de parameter HR2016_PARALLEL_LAATST_GEOPEND op JA worden gezet. Instellingen die deze aanpak willen volgen kunnen hiervan gebruik maken. Het advies is wel om van te voren hierover af te stemmen met de eerste reviewer zoals aangegeven in de FAQ.

Programmeerbare norm

Er is sprake van  “Onterecht een parallel subtraject geregistreerd met onvolledig zorgprofiel (N0525)” als aan de volgende selectie is voldaan: 


1) Alle parallelle subtrajecten met ZT11 en ZT21

 

2) Het laatst geopende subtraject zit in scope controlejaar of handreikingsjaar

en

de parallelle subtrajecten zijn gesloten

 

3) De parallelle subtrajecten hebben niet beide een interventieradiologie gekoppeld

en

Het parallele subtraject met dezelfde diagnose bevat geen stamceltransplantie

 
 

4) Een van beide subtrajecten voldoet niet aan de volgende voorwaarde:

Minimaal één zorgactiviteit uit de groep operatieve zorgactiviteiten (conform registratieaddendum);

of

Minimaal één zorgactiviteit uit zorgprofielklasse 1,2 of 3, zorgactiviteitcode 039898 of zorgactiviteitcode 039676;

of

Minimaal één zorgactiviteit uit een van de groepen chronische dialyse of chronische thuisbeademing, verstrekking van oncologische medicatie per infuus of per injectie, gespecialiseerde technieken voor fertiliteitsbehandeling (conform registratieaddendum);

of

Minimaal één specifiek audiologie zorgactiviteit (190702 t/m 190781)

5) De parallelle subtrajecten hebben het specialisme cardiologie (met uitzondering van de subtrajecten ICC, hartrevalidatie en begeleiding van hart- en hartlongrevalidatie)

of

klinische geriatrie (met uitzondering van ICC op klinische medebehandeling)

of

neonatologie

of

geriatrische revalidatiezorg



Logica: 1 en 2 en 3 en (4 of 5)

Berekening financiële impact

Er wordt vanuit gegaan dat het goedkoopste subtraject in scope handreikingsjaar onterecht is. Zie Berekening financiële impact - Verschil waarde subtrajecten na verwijderen subtraject en overhevelen zorgactiviteiten