Verwijsregistratie sGGZ (N9150)
Referentienummer: N9150
Behoort tot Normenkader ValueCare
Horizontaal Toezicht GGZ
Samenvatting
Maandelijks wordt via een steekproef de vastlegging in het EPD van informatie afkomstig van de verwijsbrief gecontroleerd door middel van een steekproef. Deze steekproef geeft inzicht in de kwaliteit van registratie.
Regelgeving / beleid
2020 |
---|
Afspraken voor een rechtmatige verwijzing: Rijksoverheid - Update Verwijsafspraken Geestelijke Gezondheidszorg |
Controlemassa
- Alle initiële DBC’s met een startdatum in de betreffende maand, aangevuld met initiële DBC’s die niet in de controlemassa van voorgaande maanden hebben gezeten.
- DBC’s met zorgtype 1xx (initiële DBC’s).
- DBC’s waarbij sprake is van wijziging van primaire diagnose worden uitgesloten.
- DBC komt niet voor op een van de 100%-controles die voor de verwijsregistratie sGGZ vastgesteld zijn (1).
Deelwaarneming
Het aantal dossiers en frequentie kan per instelling afwijken o.b.v. risico-classificatie en afspraken met de representerende zorgverzekeraar en Assurance provider.
ValueCare trekt aan het eind van elke maand (t) een deelwaarneming uit alle in de voorgaande maand (t-1) geopende, initiële DBC's zonder VC meldingen.
De steekproefaantallen worden vastgelegd in Valuecare. De deelwaarneming representeert het aantal dossiers dat is aangegeven bij de steekproefinstellingen.
Het staat een GGZ-aanbieder vrij om te kiezen voor een geautomatiseerde uitbereiding van de steekproef wanneer er een geconstateerde fout in de deelwaarneming voorkomt.
Toetsingskader
Voor de DBC’s in de steekproef worden de volgende vragen beantwoord:
1. Is verwijzing aanwezig en gericht aan S-GGZ?
2. Ligt de datum van de verwijzing binnen 9 maanden voor de aanmelddatum in het EPD?
3. Is de AGB-code in het EPD aan te sluiten met de verwijzer(2)?
4. Is het type verwijzer juist vastgelegd in het EPD?
5. Is de DBC geopend naar aanleiding van een uitzonderingssituatie (3) ?
6. Is tijdig (4) een terugkoppeling aan de huisarts verzonden?
7. Wat is de eindconclusie? (is er rechtmatige zorg geleverd?)
Indien het antwoord op vraag 1 ‘Ja’ is, dan volstaat het beantwoorden van vraag 2 t/m 4.
Is het antwoord op vraag 1 ‘Nee’, dan worden vraag 5 en 6 beantwoord.
Vraag 7 wordt altijd beantwoord. Het eindoordeel word automatisch op ‘juist’ gezet als het oordeel bij de voorgaande van toepassing zijnde vragen ook enkel ‘juist’ betrof.
Interpretaties
1) 100% controle moet wel door de instelling in productie genomen zijn.
2) De AGB-code kan afwijken als huisarts als vervanger voor een andere huisartsenpraktijk optreedt. Er bestaat geen uitsluitsel of de AGB-code moet worden gebruikt van de (a) feitelijk verwijzende huisarts of (b) huisarts die wordt vervangen. Is de AGB-code aan te sluiten met de huisartsenpraktijk van waaruit is verwezen, dan wordt dit als 'juist' beoordeeld.
3) Uitzonderingssituaties zijn (1) start met (ambulante) crisis DBC, (2) start met gedwongen opname/behandeling, (3) start vanuit justitieel traject, (4) andere zorginhoudelijke reden, o.a. spoedzorg, op casusniveau toe te lichten, (5) voorzetting behandeling nadat cliënt 18 jaar is geworden, waarbij cliënt al eerder is verwezen door wijkteam of huisarts of (6) voortzetting behandeling na beëindigen van de WLZ indicatie, waarbij de WLZ indicatie wordt gezien als de verwijzing of (7) interne doorstroom vanuit GB-GGZ.
4) Tijdig is binnen 30 dagen, uiterlijk 60 dagen een brief naar de huisarts.
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Verwijsregistratie sGGZ (N9150)” als aan de volgende selectie is voldaan:
Logica: 1 en 2 en 3 en 4