Referentienummer: N2338
Behoort tot Normenkader ValueCare
GGZ Rechtmatigheid - Wet langdurige zorg
- Wlz
Samenvatting
Deze controle signaleert alle reeds verlopen beschikkingen en toewijzingen. Wanneer er sprake is van een meerzorgtoeslag op de beschikking zal de signalering dit in de toelichting aangeven.
Wet- en regelgeving
2018
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2018: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
2019
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2019: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
2020
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2020: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
2021
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2021: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
2022
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2022: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
2023
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2023: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
2024
|
- Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
- Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
- Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
- Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
2024: Wet langdurige zorg art. 3.2.2
|
Interpretaties
Er zijn geen interpretatiekeuzes gemaakt.
Instelbaar:
- Hoe lang de beschikking gesignaleerd blijft na de einddatum (standaard = 120 dagen)
Controle vorm
Data-analyse
Programmeerbare norm
Er is sprake van “WLZ beschikking loopt af (N2338)” als aan de volgende selectie is voldaan:
1) Alle Wlz beschikkingen
|
|
2) Beschikkingen worden getoond op basis van de einddatum beschikking minus een vooraf ingegeven termijn
Bij deze beschikking is: a) geen sprake van een nieuwe beschikking, b) geen einddatum in de toekomst, en c) de zorg is niet beëindigd.
|
Logica: 1 en 2
Berekening financiële impact
Van financiële impact is enkel sprake indien de termijn van 3 jaar wordt overschreven.