Subtrajecten – Openen regulier subtraject (zorgtype 11) op basis van ICC (N4315)
Referentienummer: N4315
Behoort tot Normenkader ValueCare
Gecertificeerde controles
Ziekenhuizen Volledigheid
Samenvatting
Deze norm signaleert acties wanneer, naast een ICC subtraject, zorgactiviteiten zijn geregistreerd onder het specialisme van de ICC. Dit duidt op een zelfstandige behandeling en dit subtraject mag omgezet worden naar regulier subtraject, dit moet door, of uit naam van de specialist (hoofdbehandelaar worden gedaan) conform de landelijke registratieregels.
Regelgeving / beleid
2017 |
---|
Een zorgtraject met subtraject ZT13 wordt door de medisch specialist (of arts-assistent) die de poortfunctie uitvoert geopend bij een intercollegiaal consult (icc) voor een patiënt die klinisch is opgenomen waarbij één of meer verpleegdagen en/of ic-behandeldagen of verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK zijn geregistreerd.
Wanneer na een icc de behandeling van de patiënt wordt overgenomen (of resulteert in een medebehandeling), mag geen (icc) zorg/subtraject worden geopend. Het zorgtype van het subtraject moet worden omgezet van ZT13 naar ZT11 en de icc-diagnosecode naar de diagnosecode die hoort bij de te behandelen zorgvraag. 2017: NR/REG-1732 art. 7 lid 1 en 3
|
2018 |
---|
Een zorgtraject met subtraject ZT13 wordt door de medisch specialist (of arts-assistent) die de poortfunctie uitvoert geopend bij een intercollegiaal consult (icc) voor een patiënt die klinisch is opgenomen waarbij één of meer verpleegdagen en/of ic-dagen of verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK zijn geregistreerd.
Wanneer na een icc de behandeling van de patiënt wordt overgenomen (of resulteert in een medebehandeling), mag geen (icc) zorg/subtraject worden geopend. Het zorgtype van het subtraject moet worden omgezet van ZT13 naar ZT11 en de icc-diagnosecode naar de diagnosecode die hoort bij de te behandelen zorgvraag. 2018: NR/REG-1816 art. 7 lid 1 en 3
|
2019 |
---|
Een zorgtraject met subtraject ZT13 wordt door de medisch specialist (of arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant) die de poortfunctie uitvoert geopend bij een intercollegiaal consult (icc) voor een patiënt die klinisch is opgenomen waarbij één of meer verpleegdagen en/of ic-dagen of verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK zijn geregistreerd.
Wanneer na een icc de behandeling van de patiënt wordt overgenomen of resulteert in een medebehandeling, wordt geen (icc) zorg/subtraject geopend. Het zorgtype van het subtraject wordt omgezet van ZT13 naar ZT11 en de icc-diagnosecode naar de diagnosecode die hoort bij de te behandelen zorgvraag. 2019: NR/REG-1907a art. 7 lid 1 en 3
|
2020 |
---|
Een zorgtraject met subtraject ZT13 wordt door de medisch specialist (of arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant) die de poortfunctie uitvoert geopend bij een intercollegiaal consult (icc) voor een patiënt die klinisch is opgenomen waarbij één of meer verpleegdagen, klinische zorgdagen in de thuissituatie, ic-dagen of verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK zijn geregistreerd.
Wanneer na een icc de behandeling van de patiënt wordt overgenomen of resulteert in een medebehandeling, wordt geen (icc) zorg/subtraject geopend. Het zorgtype van het subtraject wordt omgezet van ZT13 naar ZT11 en de icc-diagnosecode naar de diagnosecode die hoort bij de te behandelen zorgvraag. 2020: NR/REG-2001a art. 7 lid 1 en 3
|
Interpretaties
De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:
- Medebehandeling wordt gedefinieerd als zorgactiviteit met zorgprofielklasse 5, 6, 13, 14, 15, 16, 20, 21 & 22. (MSZ 2016 pagina 32)
- Wanneer tijdens een ICC subtraject zorgactiviteiten met zorgprofielklasse 1,2 of 3 (met uitzondering van zorgactiviteit 190009, 190854 of 190017) zijn geregistreerd, is de verwachting dat de patiënt ook behandeld wordt voor een apart zorgvraag bij een ander specialisme. Hiervoor mag dan op dat moment een ZT11 geopend had moeten worden, behalve wanneer deze zorgactiviteiten geregistreerd zijn tijdens de opname van een ander specialisme, omdat dit onrechtmatig is.
- Middels een ziekenhuisspecifieke parameter kan ingesteld worden dat op bepaalde zorgactiviteiten niet gesignaleerd zal worden.
- Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om zorgprofielklassen uit te sluiten. Standaard is deze niet gevuld.
- Middels een ziekenhuisspecifieke parameter kan ingesteld worden dat medebehandelingen (190017) meegenomen worden als grond om een ZT13 om te zetten in een ZT11. Default staat deze parameter op NEE.
- Middels een ziekenhuisspecifieke parameter kan ingesteld worden of de ZA voor het uitvoerend specialisme binnen de geregistreerde ZT13 DBC valt. Default staat deze parameter op NEE.
- Wanneer er reeds een ZT11 of ZT21 is geregistreerd voor dezelfde patiënt met hetzelfde uitvoerend specialisme, is de verwachting dat de zorgactiviteit hieraan gekoppeld zal worden. Deze acties hoeven niet gesignaleerd te worden binnen deze norm, eventueel zwevende verrichtingen worden via de norm Niet gekoppelde, typerende verrichting binnen looptijd van subtraject (N4400) gesignaleerd. Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om in te stellen om wel te signaleren als er een reguliere DBC voor hetzelfde specialisme aanwezig is. Er wordt dan alleen gesignaleerd wanneer de verrichting gekoppeld is aan de ICC-DBC. Default staat deze op NEE.
- Middels een ziekenhuisspecifieke parameter is het mogelijk om bepaalde specialismen uit te sluiten van signalering. Standaard worden er geen specialismen uitgesloten.
- Middels een ziekenhuisspecifieke parameter kunnen er extra landelijke zorgactiviteiten toegevoegd worden die een ZT11 of ZT21 rechtvaardigen.
Programmeerbare norm
Er is sprake van “Subtrajecten – Openen regulier subtraject (zorgtype 11) op basis van ICC (N4315)” als aan de volgende selectie is voldaan:
Te nemen actie
Wijzig het ICC subtraject (zorgtype 13) naar een regulier subtraject (zorgtype 11).
Berekening financiële impact
Het waardeverschil tussen het gesignaleerde subtraject en een nieuw subtraject wordt getoond als financiële impact. Om het nieuwe subtraject te simuleren wordt de meest gebruikte diagnose voor specialisme X gebruikt. Vervolgens worden de gesignaleerde zorgactiviteiten inclusief het nieuwe subtraject en het oude ICC subtraject gegrouperd om zo het waardeverschil te berekenen.