Subtraject zonder verpleegdag met operatieve zorgactiviteit binnen 42 dagen gesloten (N0785)

Behoort tot Normenkader ValueCare

Ziekenhuizen Rechtmatigheid

1. Ziekenhuizen Rechtmatigheid - Afsluiten behandeling

Handboek DOT Controleregels

1. Handboek DOT Controleregels 2023 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct - Handboek MSZ controles - D.P.A.99.13
2. Handboek DOT Controleregels 2022 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct - Handboek MSZ controles - D.P.A.99.13
3. Handboek DOT Controleregels 2021 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct - Handboek MSZ controles - D.P.A.99.13
4. Handboek DOT Controleregels 2020 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct
5. Handboek DOT Controleregels 2019 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct
6. Handboek DOT Controleregels 2018 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct
7. Handboek DOT Controleregels 2017 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct
8. Handboek DOT Controleregels 2016 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct
9. Handboek DOT Controleregels 2015 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch operatief Zorgproduct
10. Handboek DOT Controleregels 2014 - D.D.A.99.13 Duur niet-klinisch Zorgproduct

Samenvatting

Subtraject zonder verpleegdag met operatieve zorgactiviteit mag niet binnen 42 dagen gesloten worden.

Regelgeving / beleid

2013 & 2014 & 2015

Algemene afsluitregels bij een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 en ZT21: Op de 42e dag na de datum dat de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. 2015: NR/CU-260 art. 10.1b 2014: NR/CU-257 art. 10.1b 2013: NR/CU-228 art. 8.1b

2016

Algemene afsluitregels bij een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 en ZT21: Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2016: NR/CU-266 art. 18

2017

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 1. Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. 2. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. 4. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2017: NR/REG-1732 art. 18 lid 1,2 en 4

2018

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 1. Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. 2. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. 4. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2018: NR/REG-1816 art. 18 lid 1,2 en 4

2019

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 1. Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. 2. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. 4. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2019: NR/REG-1907a art. 18 lid 1,2 en 4

2020

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 1. Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. 2. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. 4. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2020: NR/REG-2001a art. 18 lid 1, 2 en 4 Oogheelkunde (2.0301.5) Bij behandeling van een cataract (diagnose 554) wordt per cataractoperatie een subtraject geopend. Wanneer de tweede cataractoperatie eerder start dan het in artikel 17 en 18  voorgeschreven afsluitmoment, wordt het subtraject afgesloten één dag voor de dag dat deze tweede cataractoperatie plaatsvindt. 2020: NR/REG-2001a art. 19 lid 17i

2021

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 1. Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. 2. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. 4. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2021: NR/REG-2103a art. 18 lid 1, 2 en 4 Oogheelkunde (2.0301.5) Bij behandeling van een cataract (diagnose 554) wordt per cataractoperatie een subtraject geopend. Wanneer de tweede cataractoperatie eerder start dan het in artikel 17 en 18 voorgeschreven afsluitmoment, wordt het subtraject afgesloten één dag voor de dag dat deze tweede cataractoperatie plaatsvindt. 2021: NR/REG-2103a art. 19 lid 17i

2022

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. Indien het subtraject na 120 dagen nog open staat, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2022: NR/REG-2207a art. 18 lid 1, 2 en 4 Oogheelkunde (2.0301.5) Bij behandeling van een cataract (diagnose 554) wordt per cataractoperatie een subtraject geopend. Wanneer de tweede cataractoperatie eerder start dan het in artikel 17 en 18 voorgeschreven afsluitmoment, wordt het subtraject afgesloten één dag voor de dag dat deze tweede cataractoperatie plaatsvindt. 2022: NR/REG-2207a art. 19 lid 17i

2023

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. Indien een subtraject na 120 dagen na opening nog niet gesloten is, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2023: NR/REG-2306a art. 17 en 18 Oogheelkunde (2.0301.5) Bij behandeling van een cataract (diagnose 554) wordt per cataractoperatie een subtraject geopend. Wanneer de tweede cataractoperatie eerder start dan het in artikel 17 en 18 voorgeschreven afsluitmoment, wordt het subtraject afgesloten één dag voor de dag dat deze tweede cataractoperatie plaatsvindt. 2023: NR/REG-2306a art. 19 lid 7i

2024

Sluiten niet-klinisch subtraject met ZT11 of ZT21 Een niet-klinisch subtraject (dagverpleging of polikliniek) met operatieve ingrepen, met ZT11 of ZT21 wordt gesloten op de 42e dag na de datum waarop de operatieve ingreep heeft plaatsgevonden. Wanneer binnen deze 42 dagen de patiënt opnieuw een operatieve ingreep ondergaat dan wordt het subtraject afgesloten op de 42e dag na de datum van de laatste ingreep. Indien een subtraject na 120 dagen na opening nog niet gesloten is, wordt het op de 120e dag gesloten. Eventueel kan op de volgende dag een volgend subtraject worden geopend. 2024: NR/REG-2403a art. 18 Oogheelkunde (2.0301.5) Bij behandeling van een cataract (diagnose 554) wordt per cataractoperatie een subtraject geopend. Wanneer de tweede cataractoperatie eerder start dan het in artikel 17 en 18 voorgeschreven afsluitmoment, wordt het subtraject afgesloten één dag voor de dag dat deze tweede cataractoperatie plaatsvindt. 2024: NR/REG-2403a art. 19 lid 7i

Interpretaties

De volgende interpretatiekeuzes zijn gemaakt:

1. Indien het subtraject voldoet aan de criteria en is afgesloten volgens de nog geldende afsluitredenen, wordt ervan uitgegaan dat dit terechte registratie betreft. Voor inhoudelijke specificaties omtrent de afsluitredenen, zie de afsluitreden tabel of het registratie addendum.In deze norm worden de volgende afsluitredenen niet meegenomen:
   1. Nog geldende afsluitredenen: 2, 22, 29, 35,37, 38, 42, 43, 44, 49, 50, 51, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 62, 64, 66, 68, 70, 74, 78, 91, 92.
   2. Afsluitredenen die eerder dan 1-1-2023 zijn vervallen: 27, 28, 30, 32, 36, 40, 41, 47, 48, 52, 53, 77, 79, 80, 82, 84, 86, 90.
2. Default wordt voor het bepalen van de datum van de operatie en de bepaling of er verpleegdagen aanwezig zijn, gekeken naar verrichtingen die zacht gekoppeld zijn aan het betreffende DBC. Middels een parameter kan ingesteld worden dat alleen gekeken worden naar verrichtingen die in het ZIS ook al gekoppeld zijn aan het DBC.

Programmeerbare norm

Er is sprake van  “Subtraject zonder verpleegdag met operatieve zorgactiviteit binnen 42 dagen gesloten (N0785)” als aan de volgende selectie is voldaan: 

1) Alle subtrajecten met ZT11 en ZT21
2) Subtraject dat gesloten wordt in controlejaar of Handreikingsjaar
3) Er is geen verpleegdag gekoppeld aan het subtraject
4) Er is wel een operatieve zorgactiviteit gekoppeld aan het subtraject Vanaf 2020: Het betreft geen operatieve cataract zorgactiviteit gekoppeld aan een subtraject van Oogheelkunde met diagnose 554 waarbij er de dag ná het sluiten van het subtraject een operatieve cataract zorgactiviteit geregistreerd is
5) Subtraject is binnen 42 dagen gesloten na datum van laatste OK en patiënt is niet overleden gedurende het subtraject
6) Subtraject voldoet niet aan genoemde afsluitredenen

Logica: 1 en 2 en 3 en 4 en 5 en 6

Berekening financiële impact

Zie Berekening financiële impact - Verschil waarde subtrajecten bij wijziging open- en/of sluitdata